Hij is er altijd
Op het moment dat ik naar bed ging en de gordijnen wilde sluiten zag ik sneeuwvlokken langs m’n raam dwarrelen. Ik deed het licht uit en liet de gordijnen open. Ik lag in bed en keek uit het raam naar de dwarrelende vlokken en dacht aan hem. Gedachten aan hem horen bij de sneeuw.
Het is lang geleden die avond samen met hem in de sneeuw. We konden niet ophouden met praten, de woorden bleven komen net als de sneeuw. Mijn haar werd nat en de mascara die eens op m’n wimpers zat was doorgelopen. Het was koud maar we wilden nog niet naar huis. We hadden elkaar gevonden en het leek alsof we maar één avond hadden om alles te vertellen van alle voorgaande jaren, waarin we elkaar nog niet kenden. En aan het einde van de avond wisten we beiden dat we altijd zouden blijven praten.
Ik weet hoeveel hij houdt van de kou, de helderblauwe lucht en het geluid van de knisperende sneeuw onder zijn voeten. Het doet hem denken aan Canada, daar waar hij ook zo graag is.
Ik ken zijn voorliefde voor de bergen van Canada maar ook de vlakte en de weilanden in Nederland. We houden beiden van in het gras liggen en naar de voorbij drijvende wolken in de lucht te kijken, al wil hij meestal binnen een kwartier weer iets doen en kan ik zo uren blijven liggen om te fantaseren wat de wolken voorstellen.
Op hem kan ik boos worden en hij op mij, maar ik kan hem net zo makkelijk weer vergeven en we kunnen er later om lachen. Soms spreek ik hem een paar keer in de week, soms een maand niet en ook dat is oké. We zijn heel verschillend en juist dat maakt dat we fijne gesprekken kunnen voeren.
Hij is er altijd en zal er altijd zijn. In mijn hoofd en mijn hart.