Een stukje over zoenen, stevige handdrukken en knielen
De eerste werkdag in het nieuwe jaar viel niet mee en ik geloof dat ik niet de enige was die er zo over dacht. Nou was ik vorige week al begonnen met werken maar het was duidelijk dat de rest van het land vandaag startte. Direct nadat ik de straat uit reed kon ik aansluiten in de file. In de auto’s voor en achter mij reden zich uitrekkende, gapende en uitbuikende mensen die, zo te zien allemaal vol goede tegenzin, weer aan de arbeid moesten. Na een stapvoetse rit richting kantoor, liep ik – vol goede voornemens nog – met de trap naar de derde. Alwaar ik eerst even op adem moest komen voordat ik de kantoortuin binnen durfde te stappen.
Totaal niet gedacht aan het Nieuwjaarszoenen dat nog in volle gang was. Nou hou ik ontzettend van zoenen en sta ik meestal vooraan als er ergens gezoend wordt, maar niet op kantoor. Op zo’n eerste werkdag in Januari kun je natuurlijk twee dingen doen; 1. vrij nemen of 2. accepteren dat er gezoend wordt.
Ik besloot mij aan te sluiten bij de zoenende collega’s en zou vloog de ochtend voorbij met hier en daar wat zoenen. Er liepen ook collega’s met stevige tred voorbij, met verzonnen haast, die ons in het voorbijgaan de Beste Wensen toeschreeuwden. Ook prima, wat mij betreft. Dan was er ook nog een categorie collega’s die de ‘Stevige Handdrukken met afstand’ uitdeelden. En een van de mannen van de afdeling Bouw, een potige, kreeg mij bijna op de knieën van de pijn, door de stevige handdruk die hij uitdeelde bij zijn Beste Wensen. Met de beste bedoelingen, zullen we maar denken.
En zo vloog de eerste werkdag in januari weer voorbij en zat het zoenen van de collega’s er weer op.
Verder beleefde Nederland op deze Driekoningen de warmste 6 januari ooit. En dat had dan weer niets te maken met het zoenen, al kregen sommige collega’s het dáár erg warm van.