Birds flying high
De dikke lapjespoes ligt opgekruld op de stoel, in diepe slaap. Een kleine twee meter van haar vandaan doen roodborstjes zich tegoed aan de nootjes die in een netje aan de boom hangen. Eerst voorzichtig, met de oogjes gericht op de poes zo dichtbij. Weliswaar achter glas, lijkt het gevaar toch erg dicht in de buurt.
De oude kater ligt ook te slapen, op zijn kleedje op de bank. Als hij wakker schrikt duurt het even voor hij zich realiseert waar hij is en wat er zich hier afspeelt, uit zijn mondhoek drupt wat kwijl. Het gekwetter van de vogels is niet onopgemerkt gebleven. Wankel rekt hij zich wat uit om zich vervolgens richting de schuifpui te begeven. Met zijn neusje tegen het glas, ogen als in trance gericht op de roodborstjes die zich inmiddels zonder schroom tegoed doen aan de nootjes.
Terwijl ik van de week het terrein af reed, schenen de koplampen van mijn auto recht in de in de oogjes van een duif. Een dikke duif zat roerloos midden op straat. Het leek of er geen pootjes onder zaten. In een kring om de duif heen lagen allemaal kleine veertjes. De oogjes knipperden.
‘Hij leeft!’, dacht ik. Ik stopte de auto midden op straat en vloog met mijn cape met een S to the rescue. Ik deed een stap dichterbij en hij verroerde zich niet. De oogjes knipperden nog, het dikke lijf ineengezakt op het wegdek. Haast was geboden aangezien het beest midden op de weg zat, er rijden hier ook trekkers moet je weten. De oogjes keken mij hoopvol aan.
Ik herinner mij een duif die op kantoor tegen het raam was gevlogen, die zat een poosje op de grond, sterretjes om z’n ogen en nadat de sterretjes wegtrokken vloog hij weer. Nu kon ik alleen maar hopen dat deze duif een soortgelijk incident had gehad, met een trekker wellicht. Ik pakte de duif voorzichtig op en zette hem in de berm, hij voelde warm aan en de oogjes knipperden. Met tranen in mijn ogen zat ik daar in de berm tegen de duif te praten. Sprak wat bemoedigende woorden, in de hoop hem zo weg te zien vliegen. Om hem wat rust te gunnen besloot ik weg te rijden en bij gebrek aan betere ideeën deed ik nog een gebedje voor de duif.
God was mij niet goed gezind, wellicht gezien het feit dat ik de rest van het jaar vrij ongelovig op hem overkom. Hij was de duif ook niet goed gezind, bleek later. Toen ik die middag terugkwam zag ik de duif niet meer in de berm zitten. In eerste instantie maakte mijn hart een sprongetje ´hij heeft het gered!´ ging er door mij heen. Tot ik wat beter keek en ik een grijs hoopje duif op z´n rug zag liggen, pootjes in de lucht, standje dood volgens mevrouw Stemband. Slik.
Thuis aangekomen smeet ik de cape de met S direct in de open haard. Die rol was niet voor mij weggelegd. En de rest van de dag zat ik ook met m´n neus tegen de schuifpui aan naar de vogels te kijken. Dat zouden ze tenminste overleven.
Ach San heeft hij het niet overleeft ach jammer gr Nolda
Ach, je hebt het geprobeerd en dat is toch prima?
Duif is nu in de duivenhemel en koert er daar vast op los.