Achter de voordeur,
Mijn buurmeisje verhuist binnenkort. Ik ben heus blij voor haar maar ergens voel ik me ook diep teleurgesteld. Ik dacht dat we een pact hadden gesloten, dat wij hier naast elkaar zouden blijven wonen tot in het einde der tijden of tenminste tot mijn grote liefde zich aan zou dienen en ik het portiek zou gaan verruilen voor een landhuis op de prairie. Maar nee, zij moest me weer voor zijn. Ik had het kunnen weten, al maanden loopt ze huppelend door het trappenhuis met haar mondhoeken zo ver omhoog dat ze haar oren raken. Het had een teken kunnen zijn natuurlijk. Bij haar diende de liefde zich eerder aan. Hoteldebotel is ze en sindsdien zag ik haar ook nog amper. Ze was vaker bij haar lief dan in mijn trappenhuis te vinden. En nu gaan ze dus echt helemaal sámen verder, het gelukkig stel, in een ander huis.
Maar stiekem houdt ze haar huis nog wel aan. Dat is voor mij een teken dat ze misschien ooit nog terug wil komen maar ik geloof niet dat dit haar plan is.
En dan komt er waarschijnlijk binnenkort een nieuw buurmeisje. Of beter, een buurjongen. Wat zeg ik, nog beter, een buurman! Want buurmannen, daar kan ik wel wat mee. Een buurman is natuurlijk altijd handig om ‘bij de hand’ te hebben, voor als je ’t even niet meer weet. Als je hulp nodig hebt, op welk gebied dan ook (grote spinnen vangen, doorgeslagen stoppen van die dingen). En dan bedoel ik natuurlijk niet op de ‘Kees van Flodder – ‘Buurman wat doet u nu’ achtige manier! Nee zeg, waar zie je me voor aan.
Ik ga toch even met buurmeisje in gesprek over de toekomstige huurder. Want ik vind eigenlijk dat ik daar ook zo wel mijn zegje in mag hebben. Ik bedoel, onze deuren grenzen aan elkaar en dat geeft mij toch ook wel het recht te weten wie er achter die aangrenzende voordeur komt te wonen.
Ik zal vast wat criteria voor de nieuwe huurder bedenken: man, leeftijd 35-45 jaar, in het bezit van 2 rechterhanden, leuk om naar te kijken, behulpzaam richting buurvrouw …
Inmiddels begin ik toch ook de positieve kant te zien van het feit dat buurmeisje ons pact heeft gebroken. Ik ga het stoepje vast vegen en zet het bier in de koelkast!