Echte liefde
Dat ik nog altijd in échte liefde geloof, heeft te maken met de liefde die ik zie tussen mijn ouders.
Bijna 48 jaar geleden viel mijn vader als een blok voor mijn moeder, maakte haar het hof, wat m’n moeder natuurlijk niet kon weerstaan dus dat werd dikke verkering. M’n vader zag er goed uit, z’n haar in een vette kuif, destijds stoer met een sigaret tussen de lippen en hij kwam altijd met een mooie auto voorrijden. M’n moeder had het ook prima gevonden om achterop z’n fiets te springen maar als hij weer voor kwam rijden in z’n stoere bolide, sprong zij net zo makkelijk in haar petticoat op de bijrijdersstoel.
In de tijd dat ze verkering hadden haalden ze het niet in hun hoofd om te laat thuis te komen en als de klok 12 sloeg was moeders al netjes thuis afgezet. Vader kreeg nog snel een handkus toegeworpen terwijl moeder het tuinpad op holde. Toen ze na 2 jaar verkering trouwden, hadden ze eindelijk alle vrijheid om te genieten van elkaar.
Mijn ouders zijn zo’n mooi setje samen, ze kunnen tegenwoordig heerlijk kibbelen maar geven elkaar ook nog regelmatig een zoen. Ze kennen elkaar door en door. Als m’n vader af en toe een ietwat aangedikt verhaal vertelt, roep m’n moeder soms ‘dat het zo helemaal niet gegaan was’. Maar eigenlijk moet ze er ook wel weer om lachen.
En vandaag zijn mijn ouders 46 jaar getrouwd. Hoera!
En als je al zo lang samen bent als mijn ouders, je elkaar nog regelmatig vertelt hoe gek je op elkaar bent maar ook heerlijk kunt kibbelen, noem ik dat echte liefde. For better, for worse.
Ik neem een groot voorbeeld aan m’n ouders, boven alles is er altijd de liefde, die zij voor elkaar voelen.