Mond op mond
Mond op mond reclame ging sneller dan de reisfolders huis aan huis konden worden verspreid. De meeste huizen hadden geen voordeur meer, laat staan een brievenbus. Sterker, de meeste huizen hadden al geen bewoners meer. Gevlucht.
Ik bevind mij in de lotushouding op een kussentje in een kring vol mediterenden. De meditatieleider spreekt met monotone stem over de indrukken van buitenaf. Alle indrukken van buitenaf mogen er zijn, maar deze hoef je niet binnen te laten komen. Voel wat er zich nu aandient. In jouw lijf. Dit is het enige dat belangrijk is, op dit moment. Voel wat er op dit moment aandacht vraagt, in jouw lijf.
Huis en haard verlaten. Met minder dan één stuk handbagage. Door mond op mondreclame had je gehoord dat je welkom was – aan de overkant. Samen met jouw kinderen, samen met vele anderen. Vol verwachting stap je aan boord.
De monotone stem van de meditatieleider is vaag op de achtergrond aanwezig. Als je merkt dat je je laat afleiden, door de indrukken van buitenaf, keer dan weer terug naar wat er bij jou, in jouw lijf, aandacht vraagt. Wat voel je, nu? Wat dient zich aan in jouw lijf, dat jouw aandacht vraagt, op dit moment?
Je probeert niet te denken aan iedereen die je achterliet. Slikt jouw tranen weg als je denkt aan de tranen van hen die je achterliet. Achter moest laten. Je kon niet anders. Dit is jullie kans om te overleven. Nu moet je sterk zijn voor de kinderen. Nu moet je met hen geloven in een toekomst, daar – aan de overkant. Onwetend over het komende onheil.
Mond op mond reclame zou snel veranderen in mond op mond beademing. Tevergeefs.
Wees je bewust van jouw ademhaling, voel hoe jouw longen zich met lucht vullen als je diep inademt. En ineens ben ik mij volledig bewust van mijn ademhaling. Volledig – in het nu – besef ik het.
Ik adem! Ja.
Ik wel.